Het recht op veiligheid.

Opdracht 2:

Er zijn eerst gesprekken met de leerlingen gevoerd over vrede en oorlog.

De leerlingen mochten daarna landen opnoemen waar er vrede heerst. De leerlingen weten wel wat oorlog is en dat er in verschillende landen oorlog wordt gevoerd, maar kenden de namen helaas niet. De leerkrachten hebben de namen voor ze opgenoemd en ze mochten de landen op de wereldkaart opzoeken.

Er zijn verschillende werelddelen uitgeprint, uitgeknipt en geplakt.

De wereldkaart waar er vrede heerst zijn met kleur en bomen, maar ook de landen waar er oorlog is, zijn aangeven maar met vlaggen . De wereldkaart  waar er oorlog wordt gevoerd zijn grijs en donker en met foto's van oorlogen en huilende kinderen geplaatst.

De leerlingen vinden oorlog verschrikkelijk, omdat alles wordt verwoest, mensen gaan dood, er is niet voldoende te eten en drinken en mensen worden ziek. De leerlingen zijn blij dat ze in Suriname wonen omdat er in Suriname vrede heerst.